Hoeveel Bar In Een Mountainbike Band?

Comfort op de mountainbike is een belangrijke factor in het plezier wat je op de mountainbike beleefd. Om je comfort op de mtb te verbeteren is de juiste bandenspanning erg belangrijk. Maar bij hoeveel bar in je mountainbike band heb je de comfort die je wenst? De kunst is eigenlijk om de druk in je banden zo laag mogelijk te krijgen, zonder dat je band gaat vervormen (burpen) als je snel door een bocht gaat. Hoe je deze kunst onder de knie krijgt en ervoor zorgt dat je de juiste hoeveelheid bar in je MTB krijgt lees je in dit artikel.

Factoren bandenspanning MTB

Hoeveel bar je in je mountainbike pompt is voor iedere rijder weer anders. Er zijn namelijk een aantal factoren die bepalen welke bandenspanning voor jou het beste aanvoelt. De verschillende factoren worden in onderstaande alinea’s behandeld:

Ondergrond

De ondergrond waar je gaat mountainbike is eigenlijk wel de belangrijkste factor voor het bepalen van de juiste bandenspanning. Ruw terrein en een geasfalteerde weg zijn namelijk elkaars tegenpolen. Op ruw terrein behaal je met een lagere bandenspanning juist de minste rolweerstand en bij een geasfalteerde weg is dit precies het tegenovergestelde.

Op een vlakke weg kom je minder oneffenheden tegen en hoeft je band daarom ook minder obstakels te doorstaan. Je kunt daarom goed rijden met meer bar in je banden op het asfalt dan op ruw terrein. Zo verlaag je namelijk de rolweerstand wat leidt tot meer snelheid op de mountainbike. En laten we wel wezen. Dat is toch ook stiekem datgene dat je graag terugziet op je Strava activiteiten die hogere gemiddeldes? 😜

Op ruw terrein zal je band juist wel meer obstakels moeten doorstaan. Denk hierbij aan wortels en kuilen bijvoorbeeld. Een te hoge bandenspanning kun je eigenlijk vergelijken met het te hard rijden met je auto over die vaak irritante drempels in de rijbaan. Je schiet omhoog uit je stoel en dit geeft je nu niet echt een comfortabele rit. Dat is ook zo bij mountainbiken. Als je bij het mountainbiken ook een te hoge bandenspanning hebt, zal je ook sneller obstakels voelen door je hele lichaam. Met een lagere bandenspanning zit je juist wat ”geveerder” op de fiets, omdat de band de obstakels meer opneemt en je lichaam dit daarom minder hoeft te doen. Het opnemen van deze obstakels moet niet te veel, maar ook niet te weinig zijn. Indien je teveel de obstakels opneemt, door een hele lage bandenspanning, kan het obstakel de velg beschadigen. Dit wil je natuurlijk voorkomen. Naast het feit dat je velg kan beschadigen bij een te lage bandenspanning, kan het ook juist voor onstabiliteit zorgen. Je band kan namelijk sneller van de velg afschieten en hierdoor verlies je vaak de macht over de fiets, wat vaak leidt tot een valpartij. Het kan daarom wel even een zoektocht zijn naar de juiste bandenspanning, maar al doende leert men.

Conclusie:

Pas de bandenspanning aan op de route die je gaat rijden. Is deze veelal over het vlakke asfalt? Dan kun je beter aan met een hogere bandenspanning. Zal je route meer over ruwer terrein plaatsvinden? Verlaag je bandenspanning dan iets, om meer comfort en grip te behouden.

Gewicht van de rijder

Een zwaarder gewicht meenemen op de mountainbike kost je niet alleen meer energie tijdens het rijden, het zorgt er ook nog voor dat je de bandenspanning hierop zal moeten aanpassen. Niet zo gek ook, want door het zwaardere gewicht wat op de banden rust, zal de band ook meer moeten kunnen opnemen.

Conclusie:

In de regel is het vaak zo dat hoe hoger het gewicht van de rijder (en/of de mountainbike + uitrusting) is, des te hoger de bandenspanning moet zijn.

Tubeless banden of niet?

Een sterk toenemende populaire band in de mountainbike-wereld zijn de tubeless banden. Deze banden hebben geen binnenband nodig en de kans op gaten in de binnenband is er daarom ook niet. Maar naast de verlaagde kans op lek rijden, hebben tubeless banden nog meerdere voordelen:

+ Zo kun je met tubeless banden met een lagere bandenspanning rijden en daardoor is het vaak een stuk comfortabeler fietsen.

+ Indien je toch nog een gaatje in de band rijdt, zorgt de anti-lek vloeistof ervoor dat de gaatjes die in de band komen vanzelf worden gesloten.

Om op de tubeless banden te kunnen rijden zal je een luchtdichte afsluiting tussen de velg en de band moeten creëren. Je hebt hiervoor vaak andere ventielen en banden nodig. Om de spaakgaten ook nog luchtdicht te krijgen kun je een tubeless velgtape over de spaakgaten heen plakken. Het creëren van tubeless banden kan daarom even een werkje zijn, maar dit resulteert ook weer in geen tijdsverlies tijdens je mountainbiketocht door een lekke band.

Conclusie: Met tubeless banden kun je met een nog lagere bandenspanning rijden, dan bij normale banden.

Mountainbike banden

Op je banden staat vaak een minimale en maximale bar druk aangegeven. Deze minimale en maximale bandenspanning is gerelateerd aan het type band en kan daarom bij iedereen weer anders zijn. De ene band is de andere niet. Er kan namelijk verschil in kwaliteit, de structuur en de breedte van verschillende banden zitten.

De wat goedkopere banden zijn vaak wat stugger en de wat duurdere wat soepeler. De wat duurdere banden vormen zich meer naar de situatie toe, wat je juist ook wilt in bochten en bij het raken van obstakels.

Verder staat een bredere band, wat ook weer een groter volume heeft, een lagere bandenspanning toe. Deze lagere bandenspanning kan je uiteindelijk weer meer comfort en minder rolweerstand op het ruwere terrein geven. Het is daarom ook niet voor niks dat wielrenners met dunne fietsbanden rijden. Ze rijden namelijk vaak over vlakke ondergronden en willen hier zo snel mogelijk overheen vlammen. Dit behaal je door een hogere bandenspanning in je banden te zetten en hier heb je niet perse een brede band voor nodig. Deze bredere band zorgt namelijk voor meer rolweerstand, wat de snelheid weer verlaagt. Maar mountainbiken is eigenlijk het tegenovergestelde. Met een bredere band heb je juist een groter draagvlak, dat zorgt voor meer grip op de ondergrond in bijvoorbeeld de bochten. Tevens kan de bredere band gemakkelijke obstakels tot zich nemen, wat weer meer comfort geeft. Je kunt daarom wel stellen – Hoe ruwer het terrein, hoe breder de banden moeten zijn voor meer grip.

Conclusie:

1) Bekijk te allen tijde wat de minimale en maximale bar druk is op je (binnen)band. Overschrijd je deze, dan kan dat leiden tot een snellere slijtage.

2) Denk goed na welke band je neemt op je mountainbike. Goedkoop kan hierbij ook duurkoop zijn, omdat ze sneller slijten/kapot gaan.

3) Om meer comfort op de mountainbike te ervaren zit je met een bredere band beter af, dan bij een smallere band.

Voor- en nadelen van een lage bandenspanning

Voordelen:

+ Meer comfort en grip op ruw terrein

+ Meer snelheid op het wat ruwere terrein door een lagere rolweerstand

+ Je verbeterd de rijtechniek, omdat je gemakkelijker de bochten doorkomt

Nadelen:

– Je banden slijten sneller

– Je fietst ”zwaarder”

– Je hebt meer kans om een snakebite op te lopen

– Bij een te lage bandenspanning slijten de banden sneller

Voor- en nadelen van een hoge bandenspanning

Voordelen:

+ Meer snelheid op vlakke (asfalt) wegen door een lagere rolweerstand

+ De band heeft meer stabiliteit op de velg

+ De velg is beter beschermd op doorslaan

Nadelen:

– Minder grip en comfort op ruw terrein

– Je zult sneller ”doorschieten” waardoor je achterband wegslipt

Vuistregels

Nu je wat meer achtergrondinformatie hebt opgedaan over de factoren van de bandenspanning gaan we nu over tot een aantal vuistregels:

Voorband

Je voorband gebruik je meer voor het sturen. Je wilt voorkomen dat je voorband wegschiet bij het nemen van een bocht en daarom is het vaak beter om in je voorband iets minder bar te pompen dan in je achterband. De voorband komt namelijk onder andere hoeken te staan en er wordt meer van de voorband verwacht. Om de grip op de voorband te behouden kun je onderstaande formule hanteren:

((Gewicht van de rijder [kg] x 3,14) – 1) / 10 = bandendruk in [PSI] → uitkomst [PSI] / 14,5 = bandendruk in [bar].

Voorbeeld: Pietje heeft een gewicht van 85 kg → ((85 x 3,14) – 1) / 10 = 26,59 [PSI] → 26,59 / 14,5 = 1,83 [bar]

Om je wat tijd te besparen heb ik in onderstaande tabel de hoeveelheid druk in je banden, met het daarbij horende gewicht, aangegeven.

Zo kun je in een oogopslag zien hoeveel bar er in je voorband hoort volgens de formule. Mocht je gewicht er net niet opstaan kun je alsnog de formule gebruiken 😜

Achterband

Zoals hierboven al aangegeven heeft de achterband minder te voorduren dan de voorband. De achterband volgt namelijk meer en komt vaak niet in scherpere hoeken te staan. Op de achterband rust vaak meer gewicht dan op de voorband en hierdoor zal je in de achterband met iets meer bandenspanning moeten rijden om grip en snelheid te behouden. Dat laatste is tevens ook een belangrijke. Met de achterband maak je namelijk meer snelheid en zet je daardoor ook meer kracht op deze band. Om optimaal gebruik te maken van deze snelheid en kracht is het daarom ook beter om de achterband onder net wat meer druk te zetten.

Om te weten hoeveel bar je in de voorband kunt pompen kun je onderstaande formule hanteren:

((Gewicht van de rijder [kg] x 3,14) + 1) / 10 = bandendruk in [PSI] → uitkomst [PSI] / 14,5 = bandendruk in [bar].

Voorbeeld: Pietje heeft een gewicht van 85 kg → ((85 x 3,14) + 1) / 10 = 26,79 [PSI] → 26,59 / 14,5 = 1,85 [bar]

Om je wat tijd te besparen heb ik in onderstaande tabel de hoeveelheid druk in je banden, met het daarbij horende gewicht, aangegeven.

Zo kun je in een oogopslag zien hoeveel bar er in je achterband hoort volgens de formule. Mocht je gewicht er net niet opstaan kun je alsnog de formule gebruiken 😜

Hoeveel bar in je MTB band – modder

Rijd je op een wat modderige parcours, dan is de vuistregel om je band tussen de 0,10 – 0,30 bar te verlagen.

Hoeveel bar in je MTB band – op de weg/asfalt

Rijd je op een verhard parcours, dan is de vuistregel op je band tussen de 0,10 – 0,20 te verhogen.

Conclusie

De bandenspanning die voor jou het beste aanvoelt kun je het beste ontdekken door met de druk in je banden te gaan experimenteren. Het is namelijk lastig te zeggen wat voor jou de beste bandenspanning is, omdat deze van vele factoren afhankelijk is. Je kunt bijvoorbeeld beginnen met de druk die je in dit artikel hebt bepaald bij het invullen van de formules. Verlaag daarna stapsgewijs de druk een klein beetje in je band. Doe dit wel met hele kleine stappen. 0,5 bar kan namelijk al als een wereld van verschil aanvoelen. Voel met name in de bochten aan welke druk bij jou het beste aanvoelt en noteer dan de druk die je in je banden hebt gepompt.

Maar hoe meet je nu heel precies de bandendruk van je mtb af? Een digitale bandenspanningsmeter is hierbij een uitermate geschikt hulpmiddel. De digitale bandenspanningsmeter geeft je namelijk een nauwkeurig en duidelijk beeld hoeveel bar er in je band zit en zo daarom weer aangeeft welke bandenspanning het beste bij jou past. Je leest op een digitale bandenspanningsmeter namelijk de hoeveelheid bar af tot op 1 á 2 decimalen. Zo weet je na een tijdje precies welke bandenspanning het beste bij jou past en waarbij je het meeste comfort op de mountainbike behaald. Tevens kun je met de bandenspanningsmeter gemakkelijk voordat je gaat mountainbiken controleren hoeveel bar er nog in je banden zit. Het kan namelijk voorkomen dat er wat lucht uit je banden is gegaan.

Maar ook op de meeste vloerpompen kun je vaak al de bandendruk in bar of PSI aflezen. Dit is echter alleen wat minder nauwkeurig af te lezen, dan bij een digitale bandenspanningsmeter. Benieuwd naar mijn review over de Topeak JoeBlow Sport III Vloerpomp? Bekijk hem via de link.

Ik ben benieuwd met hoeveel bar jullie in je banden rijden. Laat je bandendruk achter in de reacties hieronder.

Bekijk >> hier